Crunchy taartjes gevuld met maanzaad en walnoten. Heerlijk met gedroogde veenbessen en rum, voeg er wat Campari orange confituur aan toe en ze worden echt verslavend. Ik krijg er niet genoeg van:)
Dit heb je nodig
het kruimeldeeg
- 250 g bloem
- 125 g koude boter, in blokjes
- 80 g suiker
- 1 tl bakpoeder
- 2 eierdooiers
- snuifje zout
- 1 vanillestokje
de vulling
- 100 g walnoten
- 100 g maanzaad
- 100 g bruine suiker
- 50 g gedroogde veenbessen
- 2 eiwitten
- snuifje zout
- 1 tl kaneel
- 1 el rum
Zo maak je het
Zeef de bloem in een grote kom, voeg boter, zout en suiker toe, kneed tot het mengsel op fijne broodkruimels begint te lijken. Snijd het vanillestokje doormidden en verwijder de zaadjes, voeg samen met de eidooiers en het bakpoeder toe. Kneed het deeg tot een homogene massa, wikkel in plasticfolie en laat een half uurtje in de koelkast rusten.
Klop de eiwitten stijf met een snuifje zout. Rooster de walnoten op een droge, hete pan. Doe het maanzaad en de suiker in een blender en mix, voeg de noten toe en mix nog een keer. Voeg rum, kaneel en veenbessen toe, spatel de eiwitten eronder.
Vet de muffinvormpjes in met olie en bestrooi met bloem. Haal het deeg uit de koelkast, verdeel in twee delen, rol het eerste deel uit op een met bloem bestoven werkvlak tot 1/2 cm dikte. Druk met een glas cirkels uit het deeg. Bedek ermee de vormpjes en verdeel de vulling. Rol het tweede deel van het deeg uit, druk met een steekvormpje figuren uit en plaats ze op de taartjes. Bak 25 minuten op 180°C. Haal de taartjes uit de oven en haal ze na 10 minuten voorzichtig uit de vormpjes, laat afkoelen op een rooster. Bestuif met poedersuiker. Smakelijk!